Enkele berichten in de media meldden dat tegen illegaliteit in Klein-Brabant niet wordt opgetreden zoals het hoort. Wij stelden daarover een vraag aan de burgemeester, als volgt:
"Recentelijk werd de illegalenproblematiek in onze gemeente nog eens onder de aandacht gebracht.
Op 11 april werd een illegaal opgepakt door de politie en voor de onderzoeksrechter gebracht. Dat laatste was niet omdat hij zich hier illegaal bevond, maar wel omdat hij zich aan coronaspuwen had bezondigd.
Een paar dagen later, werden dan weer in Ruisbroek 5 illegalen in een vrachtwagen ontdekt, die daar kennelijk op het nippertje aan de dood ontsnapt. Deze 5 werden weliswaar door de politie geïdentificeerd, maar dan weer onmiddellijk vrijgelaten.
Beide voorvallen zijn significant voor de lakse manier waarop illegaliteit hier wordt aangepakt. Wie als illegaal onderschept wordt, wordt met rust gelaten; wie daarentegen een andere overtreding begaat, die wordt daar wél voor aangepakt.
Dat beleid van 2 maten en 2 gewichten is onaanvaardbaar. Illegalen brengen duidelijk risico’s met zich mee, zowel voor de samenleving als voor zichzelf.
Waarom worden voor illegalen niet alle fasen doorlopen, zoals voorzien in art. 21 WPA en art. 74/7 van de vreemdelingenwet?
Overweegt het bestuur eindelijk eens maatregelen te nemen om illegaliteit kordaat en ernstig aan te pakken?"
De burgemeester ontkende dat de politie haar werk niet zou doen en dat zij alle richtlijnen opvolgt. Hij gaf ook interessante cijfers: in maart werden in de provincie Antwerpen 44 PV's opgesteld in verband met transmigranten, waarvan 5 in zone Klein-Brabant; In april tot de 20e van die maand waren dat er 11, waarvan 6 in Klein-Brabant. Maar zo goed als allen werden zonder meer vrijgelaten.
Volgens ons een bewijs dat het probleem wel degelijk aanwezig is in onze politiezone én dat er laks tegen wordt opgetreden. Dat dit ook elders het geval is, mag geen excuus zijn om het hier dan ook maar zo te doen.