menu
Word Lid
Meerjarenplan: wat heeft 5 jaar gemeetefusie gebracht?

Tijdens de laatste gemeenteraadszitting van het jaar wordt traditioneel het bijgestuurde meerjarenplan besproken. Aangezien dit het laatste meerjarenplan van deze bestuursperiode is, profiteerde het Vlaams Belang ervan om een balans op te maken van 5 jaar fusiegemeente en 5 jaar cd&v-beleid op dat vlak. WIj stelden in dat verband het volgende:

"Het is het laatste jaar, denk ik toch, dat we hier voor de verkiezingen een meerjarenbegroting te zien krijgen en dat we hier in de raad een algemene evaluatie kunnen opmaken van het beleid van het bestuur tijdens deze legislatuur. Ik zou die evaluatie willen bekijken vanuit twee perspectieven. Ten eerste het beleid in het licht van de fusie, en ten tweede het beleid als dusdanig.

Eerste perspectief, de nieuwe fusiegemeente die in 2019 van start is gegaan. In dat verband stelt zich de vraag wat het bestuur daarmee gedaan heeft. Heeft het van die fusie een succesverhaal gemaakt, of heeft het dat niet of onvoldoende gedaan?

Als leidraad wil ik daarvoor eerst een interessante studie gebruiken die in oktober door het Agentschap Binnenlands Bestuur werd afgeleverd. Het maakt daarin op basis van een aantal parameters de vergelijking tussen de zeven fusiegemeenten die in 2019 van start gingen. We kunnen die parameters overlopen in een vergelijking tussen het laatste jaar van voor de fusie en het in de studie laatste jaar na de fusie (, zijnde 2022). Wat we daarbij altijd in het achterhoofd moeten houden, is dat PSA bij de fusie een schuldovername van 12,7 miljoen euro heeft gekregen, wat perspectieven bood om daar beleidsmatig iets mee te doen.

Laten we beginnen met de fiscaliteit. De personenbelasting is in PSA met 1,3% gedaald, maar in de 7 fusiegemeenten is dat met 5% gedaald. De opcentiemen, die zijn bij ons met 6% gestegen; in de gemiddelde fusiegemeente zijn die gedaald met 3,8%. Ten slotte de eigen, andere belastingen. Die zijn bij ons met 31% gestegen; in de gemiddelde fusiegemeente met slechts 4,5%. Ik voeg er nog aan toe dat die laatste bij ons (in 2022) 216 euro bedroegen en in de gemiddelde fusiegemeente slechts 70 euro. Algemene conclusie wat fiscaliteit betreft: de gemiddelde fusiegemeente heeft de fusie onder meer aangegrepen om de gemeentelijke fiscale druk merkelijk te doen dalen; wij zijn daar de uitzondering op; bij ons is die globaal genomen flink gestegen. Voor en matiging van de fiscaliteit heeft men de fusie dus in alle geval niet aangewend bij ons.

Laten we verder kijken naar de inkomstenzijde, de schulden. Daar scoren we gelijk met het gemiddelde van de andere fusiegemeenten. Bij ons zijn ze met 27% toegenomen; in die zeven samen met 28%. Merkwaardig: in de gemiddelde Vlaamse gemeente zijn ze met 1,2% afgenomen. Fusiegemeenten hebben dus van de schuldkwijtschelding geen gebruik gemaakt om hun schulden onder controle te houden, maar hebben ze integendeel terug of verder opgebouwd.

Bij ons zijn er in alle geval flink nieuwe schulden gemaakt én zijn er veel belastingen geïnd. Wat heeft men daar dan mee gedaan? Over daarvoor naar de uitgavenzijde."

De studie geeft info over onder meer de exploitatie-uitgaven. Die zijn bij ons met 24% gestegen, bij de zeven fusiegemeenten gemiddeld met 22%; dat is dus ongeveer hetzelfde. Verder zijn er de personeelsuitgaven die eenzelfde beeld geven: bij ons een stijging met 22%, gemiddeld in de zeven met 20%. Ook op dat vlak hebben wij dus de fusiebonus niet verzilverd in vergelijking met de andere fusiegemeenten. Blijven dan nog de investeringen. Die zijn in Puurs-Sint-Amands inderdaad met 60% gestegen, maar het gemiddelde over de fusiegemeenten bedraagt 72%, een stuk hoger dus dan bij ons. Daar moet wel aan worden toegevoegd dat in absolute cijfers, zoals wij hier altijd hebben gesteld, bij ons het investeringsritme een stuk hoger ligt dan elders. Niettemin: ook hier kan niet gezegd worden dat de fusiebonus werd gevalideerd.

Waar dan wel, vraagt men zich af? Het antwoord vindt men in de autofinancieringsmarge. Die is bij ons inderdaad toegenomen met 84%, terwijl die gemiddeld bij de zeven fusiegemeenten met 24% is afgenomen. Dat is dus kennelijk waar de fusiebonus de afgelopen jaren vooral verzilverd werd in onze gemeente.

Maar wat betekent dat in feite? Dat onze inwoners, in tegenstelling tot de andere fusiegemeenten, geen voordeel hebben gekregen van de fusieoperatie, niet onder de vorm van een lagere fiscale druk, niet via een verbetering van de dienstverlening door op dat vlak een versnelling hoger te schakelen, niet inzake infrastructuur door daar een extra tandje bij te steken. Men heeft enkel de reservepot gespekt, want de autofinancieringsmarge, dat is tot op zekere hoogte een spaarpot die kan worden aangesproken. Dat is dus de balans van de fusieoperatie tijdens deze legislatuur.

We kunnen het fusieverhaal naast deze meer technisch-bestuurlijke aspecten, ook vanuit de bezorgdheden van de inwoners bekijken. Met de fusie was de roep om veel aandacht te besteden aan de deelgemeenten groot. Uit de enquête die toen werd gehouden, blijkt dat onze bewoners vooral vragende partij waren voor gedecentraliseerde dienstverlening, men wilde vooral een levendige horeca in de deelgemeenten, men was vragende partij voor lokale winkelvoorzieningen en voor levendige kernen. Daar is tot op heden niet veel van in huis gekomen. Er zijn op dat vlak wel tal van plannen opgemaakt, vooral op het vlak van ruimtelijke ordening en stedenbouw, maar op het terrein is daarvan niet echt veel gerealiseerd en in die zin is deze legislatuur een gemiste kans en een grote teleurstelling. Dat dus wat de voorbije jaren betreft.

Dat brengt ons dan bij deze meerjarenplanning, wat er nog komen moet, waar ik kort over kan zijn, omdat daar niet veel nieuws onder de zon is. Zoals van oudsher wordt er veel geïnvesteerd in beton en glas, onder meer in een nieuw gemeentehuis dat meer dan 20 miljoen euro zal hebben gekost. Het bestuur lijkt zoals van oudsher meer op een vastgoedimperium dan op een gemeentebestuur. Zoals van oudsher blijft de belastingdruk hoog. Zoals van oudsher stijgen de schulden. De autofinancieringsmarge, de voorbije jaren de trots van onze burgemeester, neemt in deze meerjarenplanning dan weer een flinke duik naar beneden.

Ook beleidsmatig-inhoudelijk gesproken blijven wij op diverse vlakken op onze honger zitten. Waar is dat fietsactieplan dat onze fietsinfrastructuur op een gestructureerde wijze moderniseert en veiliger maakt? Waar zijn de maatregelen die komaf moeten maken met het sluipverkeer? Waar is de betrokkenheid van de burgers die niet alleen geïnformeerd willen worden, maar ook in het besluitvormingsproces een vinger in de pap willen hebben? Waar is dat betaalbaar woningbeleid voor onze eigen jonge gezinnen? We zien het niet, niet de voorbije jaren, ook niet in deze aangepaste meerjarenplanning."

ONTVANG ONZE NIEUWSBRIEF