Voor het Autonoom Gemeentebedrijf werden de statuten aangepast. Wij stelden daarbij vast dat er daarbij geen plaats is voor de oppositie in het directiecomité en stelden dat als volgt:

"Wij hebben in 2014 al eens de degens gekruist over de participatie van de oppositie in de bestuursorganen van het AGB en wij zijn toen door de Cultuurpactcommissie in het gelijk gesteld in die zin dat de oppositie zitting moet krijgen in zowel de raad van bestuur als het directiecomité van het AGB. Wij hebben dat toen dus opengebroken en ons, wat het directiecomité betreft, toen tevreden gesteld met een waarnemend mandaat omdat er voor ons toen juridisch ook niet meer in zat dan dat. Ik stel evenwel vast dat de voorgelegde statuten nog altijd voorzien dat de effectieve mandaten in het directiecomité integraal voorbehouden blijven voor de meerderheidsfractie en dat de voltallige oppositie zich tevreden moet stellen met waarnemende mandaten. Dat is dus nog steeds flagrant in strijd met de cultuurpactwetgeving, die voorziet in een evenredige vertegenwoordiging voor wat de effectieve mandaten betreft en in een mandaat met raadgevende stem voor elke fractie die op die wijze geen vertegenwoordiging heeft kunnen verwerven. Vanuit de overweging dat het AGB in de loop der jaren toch wel een belangrijk beheersinstrument is geworden, vinden wij het daarom niet meer aanvaardbaar dat de oppositie geen effectieve mandaten krijgt in het directiecomité en dus niet volwaardig betrokken wordt bij het besluitvormingsproces. Wij gaan om die reden dan ook tegenstemmen."

Het bestuur had er geen commentaar op.