menu
Word Lid
Cd&v / Team Koen wegbereider van het islamfundamentalisme in Sint-Amands

Gisteren moest de gemeenteraad zich uitspreken over de vraag of de twee moskeeën in SInt-Amands erkend mogen worden en de imams dus met belastinggeld kunnen worden bezoldigd. De Vlaamse regering had gevraagd om een aantal verplichtingen om erkend te kunnen worden na te gaan en op basis daarvan een advies daarover uit te spreken. Het cd&v-bestuur stelde voor om daar een positief advies over te geven. Wij stelden vast dat het bestuur geen onderzoek had ingesteld en deden dat dan maar zelf. Onze bevindingen waren vernietigend en wij goten die in een gemotiveerde tekstwijziging om een negatief af te leveren. Dit is onze motivering en tekstwijziging voor de eerste moskee:

"Amendement

De ‘Feiten, context en argumentatie’ evenals het ‘besluit’ vervangen als volgt:

Feiten, context en argumentatie

De beslissing tot erkenning van een geloofsgemeenschap is een beslissing die wordt genomen door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, na het verkrijgen van de nodige adviezen. Het lokaal bestuur speelt hierin enkel een adviserende rol.

Het lokaal bestuur dient advies te geven over het voldoen door de lokale geloofsgemeenschap aan de erkenningsverplichtingen, zoals bepaald in artikel 7, 1° tot en met 9° van het voormelde decreet.

Op basis van de voormelde bepalingen zijn er meerdere redenen om deze aanvraag ongunstig te adviseren, zoals geformuleerd in de hierna volgende overwegingen van het besluit.

Besluit

De gemeenteraad,

  • gelet op de erkenningsaanvraag van 26 oktober 2022 van de lokale geloofsgemeenschap Osman Gazi te Puurs-Sint-Amands aan het Agentschap Binnenlands Bestuur;
  • gelet op de brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 25 november 2022 met verzoek aan de gemeente om advies te verlenen over de vraag of de lokale geloofsgemeenschap Osman Gazi voldoet aan de erkenningsverplichtingen vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9°;
  • gelet op de statuten van de lokale geloofsgemeenschap Osman Gazi, neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Mechelen op datum van 22 december 2005;
  • - gelet op artikel 2 van de statuten van de lokale geloofsgemeenschap Osman Gazi waarin onder punt h) onder meer als doel van de vereniging wordt gesteld om “in dialoog [te] treden en gebruik [te] maken van de diensten van de (TRISB) Turkse Religieuze Stichting in België (Belçika Turk Islam Diyanet Vakfi) inzake religieuze aangelegenheden en godsdienstige dienstverlening binnen de vereniging alsook de aanstelling van de godsdienstige dienstverleners” en in artikel 5 b) wordt gesteld: “wanneer de vereniging ophoudt te bestaan, moeten de bezittingen overgedragen worden aan het TRISB of aan het Türkiye Diyanet Vakfi (Turks Fonds voor godsdienstige reglementering), een clausule die herhaald wordt in artikel 16 van de statuten over de ontbinding van de vereniging;
  • gelet ook op de verklaring van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur dat de moskee Osman Gazi te Sint-Amands tot het Diyanet-netwerk behoort (antwoord op schriftelijke vraag nr. 574 van 25 april 2017 van Chris Janssens);
  • overwegende dat deze moskeevereniging daarmee tot het Turkse Diyanet-netwerk moet worden gerekend;
  • gelet op de verklaring van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur in het Vlaams Parlement op 21 juni 2022 dat de “specifieke structuur en werking van een Diyanetmoskee wijst op een band met de koepelorganisatie Diyanet België die op zijn beurt verbonden is met Diyanet Turkije, het Turkse ministerie van Godsdienstzaken”;
  • gelet op het rapport van de Veiligheid van de Staat, zoals voorgelezen door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur in het Vlaams Parlement, waarin gesteld wordt dat de Diyanet-organisatie “vandaag regelmatig een boodschap ondersteunt die een onverdraagzame houding voedt jegens specifieke groepen en levensopvattingen. Deze boodschap is op verschillende vlakken antiwesters, antifeministisch, anti-lgbtq, antisemitisch en antiseculier” en daarin verder wijst op de “hiërarchische verbondenheid van de Belgische Diyanet met de moederorganisatie in Turkije en de belangrijke rol die de koepel speelt in de geloofsbeleving van een aanzienlijk deel van de Turkse diaspora in België”;
  • gelet op de uitspraak van de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan: “De moskeeën zijn onze kazernes, de koepels zijn onze helmen, de minaretten onze bajonetten en de gelovigen onze soldaten.”
  • overwegende dat deze organisatie en haar lokale filialen in Vlaanderen daarmee een fundamentalistische en militante versie van de islam beleeft en verspreidt, geïnstrumentaliseerd wordt door de Turkse overheid, onder meer om de integratie van de Turkse immigranten in onze Vlaamse en Puurs-Sint-Amands samenleving tegen te gaan;
  • gelet op artikel 7,3° van het Erkenningsdecreet dat stelt: “ze [de lokale geloofsgemeenschap] ontvangt noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks buitenlandse financiering of ondersteuning als die financiering of ondersteuning afbreuk doet aan haar onafhankelijkheid.”
  • gelet op bijlage 7 ‘Overeenkomst met de eigenaar van het gebouw’ van de erkenningsaanvraag, waaruit blijkt dat het gebouw waarin de moskee gevestigd is eigendom is van de “Internationale vereniging Diyanet van België”;
  • gelet op bijlage 4 ‘Laatste jaarrekening voor het geheel van de activiteiten’ (dienstjaar 2021), gevoegd bij de erkenningsaanvraag, meer bepaald de rubriek en onderrubrieken ’21 gebouwen van de eredienst’, ‘210 hoofdgebouw eredienst’ en ‘2100 huur en gebruiksvergoeding’, waarvan het bedrag op nul staat;
  • overwegende dat hieruit blijkt dat de lokale geloofsgemeenschap Osman Gazi het moskeegebouw gratis mag gebruiken van de Internationale vereniging Diyanet van België en dat hiermee dus een ondersteuning door en een afhankelijkheid van deze internationale vereniging bestaat;
  • - overwegende dat de Internationale vereniging Diyanet van België een filiaal is dat rechtstreeks afhankelijk is van en aangestuurd wordt door het Voorzitterschap van Religieuze Zaken van de Republiek Turkije (het Turkse ministerie van Godsdienstzaken) en dus door de Turkse overheid;
  • overwegende dat hiermee niet wordt voldaan aan artikel 7,3° van het Erkenningsdecreet;
  • overwegende dat deze lokale geloofsgemeenschap, ingevolge zijn behoren tot het Diyanet-netwerk, door de Turkse overheid wordt aangestuurd en geïnstrumentaliseerd, onder meer voor politieke doeleinden en om de Turkse diaspora in dit land blijvend aan Turkije te binden;
  • gelet op een pamflet dat op 25 november 2019 in Puurs-Sint-Amands werd verspreid waarin de Turkse staatspropaganda werd uiteengezet naar aanleiding van een militaire operatie van Turkije in Syrië ter bestrijding van het Koerdische volk, waarbij die inval werd goedgepraat;
  • overwegende dat dit pamflet geen verantwoordelijke uitgever droeg en dus ook niet kan worden aangetoond dat dit aan deze lokale geloofsgemeenschap of een of meer van zijn leden moet worden toegeschreven, maar dat het tegendeel ervan evenmin is aangetoond;
  • overwegende dat dit wel aantoont dat de verdelers ervan wel een vruchtbare bodem zagen om dit in Puurs-Sint-Amands te verdelen en dat de aanwezigheid van een Turkse lokale geloofsgemeenschap van fundamentalistische strekking in Puurs-Sint-Amands daar wellicht niet vreemd aan is;
  • overwegende dat het niet gewenst is dat buitenlandse conflicten in dit land worden geïmporteerd;
  • gelet op artikel 7, 4°, a) van het Erkenningsdecreet dat stelt dat een lokale geloofsgemeenschap minstens 200 leden moet tellen om erkend te worden;
  • gelet op punt 3 van de erkenningsaanvraag van de lokale geloofsgemeenschap Osman Gazi, waarin deze stelt dat haar werkingsgebied zich, naast Puurs-Sint-Amands, ook uitstrekt tot Bornem;
  • overwegende dat er zich in de gemeente Bornem eveneens een islamitische lokale geloofsgemeenschap, genaamd Mevlana, bevindt, die eveneens tot het Diyanet-netwerk behoort en die eveneens een aanvraag tot erkenning via het Erkenningsdecreet heeft ingediend voor gedeeltelijk hetzelfde werkingsgebied;
  • overwegende met name dat zowel Osman Gazi als Mevlana aangeven dat Mariekerke, Branst, Weert en Bornem tot hun werkingsgebied behoort;
  • overwegende dat hierbij ernstige vragen kunnen worden gesteld of er, wat het ledenaantal van de lokale geloofsgemeenschap betreft, geen sprake is van dubbeltelling en de vraag zich opwerpt of deze lokale geloofsgemeenschap wel minstens 200 leden telt, te meer omdat er zich in Puurs-Sint-Amands nog een tweede islamitische geloofsgemeenschap bevindt, die eveneens een aanvraag tot erkenning heeft ingediend;
  • gelet op artikel 7, 5° a) van het Erkenningsdecreet dat stelt dat de leden van het voorlopige bestuursorgaan zich ertoe verplichten, op welke wijze dan ook, geen medewerking te verlenen aan activiteiten die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan en op artikel 7, 5° d) dat stelt dat zij niet hun medewerking verlenen aan handelingen strijdig met de geldende wetgeving, in het bijzonder de Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
  • overwegende dat deze lokale geloofsgemeenschap tot het Diyanet-netwerk behoort en er, gelet op de uitspraken van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur en de rapporten van de Veiligheid van de Staat over dat netwerk ernstige twijfels bestaan of deze lokale geloofsgemeenschap in zijn werking wel voldoet aan deze vereisten van het Erkenningsdecreet;
  • gelet op het feit dat het bestuursorgaan van de lokale geloofsgemeenschap, zoals uit de erkenningsaanvraag blijkt, uit vijf personen bestaat, die allen van het mannelijke geslacht zijn;
  • overwegende dat dit mee aantoont dat we hier met een fundamentalistische organisatie te maken hebben waar onder meer vrouwen worden gediscrimineerd;
  • gelet op de webstek van het Executief van de Moslims in België – EMB (www.embnet.be), het officiële orgaan van de moslims in dit land;
  • overwegende dat de webstek van het EMB vermeldt dat er in de moskee Osman Gazi te Puurs-Sint-Amands een aparte gebedsruimte voor vrouwen is;
  • overwegende dat dit duidt op een segregatie tussen de geslachten en er andermaal op wijst dat in deze moskee een fundamentalistische versie van de islam wordt beleden;
  • gelet op artikel 7, 9° van het Erkenningsdecreet, dat stelt dat de lokale geloofsgemeenschap geen bedienaars van de eredienst en hun vervangers heeft die rechtstreeks of onrechtstreeks bezoldigd zijn door een buitenlandse overheid;
  • gelet op artikel 2, punt h) van de statuten van de lokale geloofsgemeenschap Osman Gazi, waarin als een van de doelstellingen van de vereniging wordt gesteld gebruik te maken van de diensten van de Turkse Religieuze Islamitische Stichting van België (Belçika Turk Islam Diyanet Vakfi) inzake religieuze aangelegenheden en godsdienstige dienstverlening binnen de vereniging alsook inzake de aanstelling van de godsdienstige dienstverleners;
  • gelet op rubriek ‘204 bezoldigingen en sociale lasten’ van bijlage 4 ‘Laatste jaarrekening voor het geheel van de activiteiten’ (dienstjaar 2021), gevoegd bij de erkenningsaanvraag, waarvan het bedrag op nul staat;
  • overwegende dat op basis van deze statutaire doelstelling enerzijds, de aard van het Diyanet-netwerk anderzijds en het feit dat er in de jaarrekeningen geen uitgaven worden verricht voor de bezoldiging van de bedienaars van de eredienst van deze lokale geloofsgemeenschap, er ernstige twijfels bestaan over de vraag of deze lokale geloofsgemeenschap voldoet aan de bepaling van artikel 7, 9° van het Erkenningsdecreet;
  • gelet op artikel 8, 8° van het Erkenningsdecreet dat stelt: “8° de leden van het voorlopig bestuursorgaan ondertekenen een schriftelijke verklaring op eer waarin ze zich ertoe verbinden de erkenningscriteria, vermeld in artikel 7, en de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, na te leven.”
  • gelet op artikel 11, § 1 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1996 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, dat stelt: “de plaatselijke diensten, die gevestigd zijn in het Nederlandse of het Franse taalgebied stellen de berichten, mededelingen en formulieren die voor het publiek bestemd zijn uitsluitend in de taal van hun gebied.”
  • gelet op de webstek van het Executief van de Moslims in België – EMB (www.embnet.be), het officiële orgaan van de moslims in dit land;
  • gelet op het feit dat de webstek van het EMB onder de rubriek ‘informatie’ -> ‘lijst van moskeeën’ vermeldt dat het taalgebruik in de moskee van de lokale geloofsgemeenschap Osman Gazi te Puurs-Sint-Amands tijdens de vrijdagspreek uitsluitend het Turks is;
  • gelet op het feit dat de facebookpagina van de lokale geloofsgemeenschap Osman Gazi (Sint-Amands Osmangazi Diyanet Camii | Sint-Amands | Facebook) systematisch in het Turks-Nederlands is opgesteld met voorrang en een overwicht van het Turks en regelmatig ook berichten in het Arabisch weergeeft;
  • overwegende dat dit een systematische overtreding van de taalwetgeving inhoudt;
  • overwegende dat de lokale geloofsgemeenschap Osman Gazi op meerdere vlakken kennelijk niet voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, zoals geformuleerd in het Erkenningsdecreet;
  • overwegende dat er redelijk mag worden aangenomen dat er, gelet op de aanhorigheid van deze lokale geloofsgemeenschap tot het Diyanet-netwerk, in de moskee van deze geloofsgemeenschap boodschappen worden verspreid die, naar de woorden van de Veiligheid van de Staat, “op verschillende vlakken antiwesters, antifeministisch, anti-lgbtq, antisemitisch en antiseculier” zijn;
  • overwegende dat uit voorgaande gegevens blijkt dat door een aantal doelstellingen en boodschappen die vanuit deze lokale geloofsgemeenschap onder haar leden worden verkondigd en verspreid, de integratie van inwoners in Puurs-Sint-Amands afkomstig uit Turkije wordt belemmerd;
  • overwegende dat deze lokale geloofsgemeenschap een aantal activiteiten ontplooit en een aantal boodschappen verkondigt die niet verzoenbaar zijn met een aantal waarden van onze samenleving;
  • overwegende dat de vrijheid van godsdienst moet worden gerespecteerd, voor zover deze op vreedzame wijze wordt beleden:
  • overwegende dat het evenwel onaanvaardbaar zou zijn dat, ingevolge de gebeurlijke erkenning van deze lokale geloofsgemeenschap, er belastinggeld zou worden besteed aan een organisatie waarvan de werking er onder meer toe strekt de fundamenten, waarden en normen van onze samenleving te ondergraven;

Besluit:

Artikel 1

De gemeenteraad formuleert een ongunstig advies bij de aanvraag van de lokale geloofsgemeenschap Osman Gazi te Puurs-Sint-Amands.

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit zal bezorgd worden aan het Agentschap Binnenlands Bestuur."

En dit is onze tekstwijziging voor de andere moskee:

"Punt 7. Erkenningsaanvraag lokale geloofsgemeenschap Eyyub Sultan - advies

Amendement

De ‘Feiten, context en argumentatie’ evenals het ‘besluit’ vervangen als volgt:

Feiten, context en argumentatie

De beslissing tot erkenning van een geloofsgemeenschap is een beslissing die wordt genomen door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, na het verkrijgen van de nodige adviezen. Het lokaal bestuur speelt hierin enkel een adviserende rol.

Het lokaal bestuur dient advies te geven over het voldoen door de lokale geloofsgemeenschap aan de erkenningsverplichtingen, zoals bepaald in artikel 7, 1° tot en met 9° van het voormelde decreet.

Op basis van de voormelde bepalingen zijn er meerdere redenen om deze aanvraag ongunstig te adviseren, zoals geformuleerd in de hierna volgende overwegingen van het besluit.

Besluit

De gemeenteraad,

  • gelet op de erkenningsaanvraag van 26 oktober 2022 van de lokale geloofsgemeenschap Eyyub Sultan te Puurs-Sint-Amands aan het Agentschap Binnenlands Bestuur;
  • gelet op de brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 24 november 2022 met verzoek aan de gemeente om advies te verlenen over de vraag of de lokale geloofsgemeenschap Eyyub Sultan voldoet aan de erkenningsverplichtingen vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9°;
  • gelet op de verklaring van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur dat de moskee Eyyub Sultan te Sint-Amands tot het Milli Görüs-netwerk behoort (antwoord op schriftelijke vraag nr. 574 van 25 april 2017 van Chris Janssens);
  • overwegende dat deze moskeevereniging daarmee tot het Turkse Milli Görus-netwerk moet worden gerekend;
  • gelet op de verklaring van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur in het Vlaams Parlement over “ongewenste inmenging door buitenlandse (staats)actoren in lokale (geloofs)gemeenschappen o.a. binnen islamitische lokale geloofsgemeenschappen door […] Turkije (Diyanet en Milli Görüs)” (antwoord op schriftelijke vraag nr. 381 van 24 juni 2022 van Chris Janssens);
  • gelet op de verklaring van de Veiligheid van de Staat op 12 juli 2021 in het Vlaams Parlement: “Ook de beweging van Milli Görüs wordt actief door de Veiligheid van de Staat opgevolgd. Ze spelen inderdaad in sommige opzichten een rol op het vlak van extremisme”;
  • gelet op het rapport van het Vlaams Vredesinstituut dat in zijn publicatie ’Gewelddadige radicalisering en polarisering’ op p. 267 stelt: “Naast salafisme zijn ook andere strekkingen van islamitisch extremisme sterk aanwezig in België. Bewegingen zoals de Moslimbroeders en Milli Görüs hebben ook de oprichting van een islamitische staat tot einddoel, maar gebruiken daartoe tegenovergestelde (doorgaans geweldloze) strategieën, onder meer strategieën gericht op het infiltreren en overnemen van de politieke macht.”;
  • overwegende dat deze lokale geloofsgemeenschap derhalve wordt aangestuurd en geïnstrumentaliseerd, onder meer voor politiek-religieuze doeleinden en om de Turkse diaspora in dit land blijvend aan Turkije te binden;
  • overwegende dat deze organisatie en haar lokale filialen in Vlaanderen daarmee een fundamentalistische en militante versie van de islam beleeft en verspreidt en de integratie van de Turkse immigranten in onze Vlaamse en Puurs-Sint-Amands samenleving tegengaat;
  • gelet op artikel 7, 5° a) van het Erkenningsdecreet dat stelt dat de leden van het voorlopige bestuursorgaan zich ertoe verplichten, op welke wijze dan ook, geen medewerking te verlenen aan activiteiten die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan en op artikel 7, 5° d) dat stelt dat zij niet hun medewerking verlenen aan handelingen strijdig met de geldende wetgeving, in het bijzonder de Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
  • overwegende dat deze lokale geloofsgemeenschap tot het Milli Görüs-netwerk behoort en er, gelet op de uitspraken van de Vlaamse minister(s) van Binnenlands Bestuur en de rapporten van de Veiligheid van de Staat over dat netwerk ernstige twijfels bestaan of deze lokale geloofsgemeenschap in zijn werking voldoet aan deze vereisten van het Erkenningsdecreet;
  • gelet op het feit dat het bestuursorgaan van de lokale geloofsgemeenschap, zoals uit de erkenningsaanvraag blijkt, uit vijf personen bestaat, die allen van het mannelijke geslacht zijn;
  • overwegende dat dit mee aantoont dat we hier met een fundamentalistische organisatie te maken hebben waar onder meer vrouwen worden gediscrimineerd;
  • gelet op de webstek van het Executief van de Moslims in België – EMB (www.embnet.be), het officiële orgaan van de moslims in dit land;
  • gelet op de vermelding op de webstek van het EMB dat er in de moskee Eyyub Sultan te Sint-Amands een aparte gebedsruimte voor vrouwen is;
  • overwegende dat dit duidt op een segregatie tussen de geslachten en er andermaal op wijst dat in deze moskee een fundamentalistische versie van de islam wordt beleden;
  • gelet op artikel 7, 9° van het Erkenningsdecreet, dat stelt dat de lokale geloofsgemeenschap geen bedienaars van de eredienst en hun vervangers heeft die rechtstreeks of onrechtstreeks bezoldigd zijn door een buitenlandse overheid;
  • gelet op rubriek ‘204 bezoldigingen en sociale lasten’ van bijlage 4 ‘Laatste jaarrekening voor het geheel van de activiteiten’ (dienstjaar 2021), gevoegd bij de erkenningsaanvraag, waarvan het bedrag op nul staat;
  • overwegende dat op basis van de aard van het Milli Görüs-netwerk en het feit dat er in de jaarrekeningen geen uitgaven worden verricht voor de bezoldiging van de bedienaars van de eredienst van deze lokale geloofsgemeenschap, er ernstige twijfels bestaan over de vraag of deze lokale geloofsgemeenschap wel voldoet aan de bepaling van artikel 7, 9° van het Erkenningsdecreet;
  • gelet op artikel 8, 8° van het Erkenningsdecreet dat stelt: “8° de leden van het voorlopig bestuursorgaan ondertekenen een schriftelijke verklaring op eer waarin ze zich ertoe verbinden de erkenningscriteria, vermeld in artikel 7, en de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, na te leven.”
  • gelet op artikel 11, § 1 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1996 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, dat stelt: “de plaatselijke diensten, die gevestigd zijn in het Nederlandse of het Franse taalgebied stellen de berichten, mededelingen en formulieren die voor het publiek bestemd zijn uitsluitend in de taal van hun gebied.”
  • gelet op de webstek van het Executief van de Moslims in België – EMB (www.embnet.be), het officiële orgaan van de moslims in dit land;
  • gelet op de vermelding op de webstek van het EMB onder de rubriek ‘informatie’ -> ‘lijst van moskeeën’ dat het taalgebruik in de moskee van de lokale geloofsgemeenschap Eyyub Sultan te Puurs-Sint-Amands tijdens de vrijdagspreek uitsluitend het Turks is;
  • overwegende dat dit een systematische overtreding van de taalwetgeving inhoudt;
  • overwegende dat de lokale geloofsgemeenschap Eyyub Sultan op meerdere vlakken kennelijk niet voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, zoals geformuleerd in het Erkenningsdecreet;
  • overwegende dat er redelijk mag worden aangenomen dat er, gelet op de aanhorigheid van deze lokale geloofsgemeenschap tot het Milli Görüs-netwerk, in de moskee van deze geloofsgemeenschap boodschappen worden verspreid die, naar de woorden van de Veiligheid van de Staat, “de oprichting van een islamitische staat tot einddoel” hebben en dat er op verschillende vlakken wellicht boodschappen worden verspreid die antiwesters, antifeministisch, anti-lgbtq, antisemitisch en antiseculier zijn;
  • overwegende dat uit voorgaande gegevens blijkt dat, door een aantal doelstellingen en boodschappen die vanuit deze lokale geloofsgemeenschap onder haar leden worden verkondigd en verspreid, de integratie van inwoners in Puurs-Sint-Amands afkomstig uit Turkije wordt belemmerd;
  • overwegende dat deze lokale geloofsgemeenschap een aantal activiteiten ontplooit en een aantal boodschappen verkondigt die niet verzoenbaar zijn met een aantal waarden van onze samenleving;
  • overwegende dat de vrijheid van godsdienst moet worden gerespecteerd, voor zover deze op vreedzame wijze wordt beleden:
  • overwegende dat het evenwel onaanvaardbaar zou zijn dat, ingevolge gebeurlijke erkenning van deze lokale geloofsgemeenschap, er belastinggeld zou worden besteed aan een organisatie waarvan de werking er onder meer toe strekt de fundamenten, waarden en normen van onze samenleving te ondergraven;

Besluit:

Artikel 1

De gemeenteraad formuleert een ongunstig advies bij de aanvraag van de lokale geloofsgemeenschap Eyyub Sultan te Puurs-Sint-Amands.

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit zal bezorgd worden aan het Agentschap Binnenlands Bestuur.

Wij motiveerden dat ook mondeling tijdens de raad zelf als volgt: 

'Er wordt ons door het Agentschap Binnenlands Bestuur gevraagd om een advies te geven over de vraag of de twee moskeeën in Sint-Amands die een erkenningsaanvraag hebben ingediend, voldoen aan de voorwaarden die daarvoor door de decreetgever worden opgelegd.

Ik kan alleen maar vaststellen dat het bestuur zijn huiswerk op dat vlak niet heeft gemaakt en dus hebben wij dat maar zelf gedaan en onze bevindingen ter zake in twee amendementen gegoten, eentje voor elke moskee. Voor alle duidelijkheid: die bevindingen, dat zijn geen zaken die wij zelf uitvinden, dat zijn stuk voor stuk feitelijke vaststellingen op basis van objectief beschikbare gegevens afkomstig van instanties zoals de Staatsveiligheid, de opeenvolgende Vlaamse ministers van Binnenlands Bestuur, het Vlaams Vredesinstituut en de moskeeën zelf.

Wat zijn onze bevindingen kort samengevat?

  1. Het betreft hier moskeeën verbonden aan een internationaal netwerk gedirigeerd vanuit Turkije, van waaruit ze geïnstrumentaliseerd worden zowel in politiek-religieus opzicht, als om niet te integreren in onze samenleving;
  2. Het betreft, naar de woorden van de staatsveiligheid en de opeenvolgende ministers van Binnenlands Bestuur om fundamentalistische moskeeën;
  3. Als dusdanig verspreiden zij een boodschap die, - ik citeer de staatsveiligheid – “op verschillende vlakken antiwesters, antifeministisch, anti-lgbtq, antisemitisch en antiseculier” is;
  4. Zij voldoen op meerdere vlakken niet aan de vereisten van het Erkenningsdecreet; ik ga daar niet verder op in maar verwijs daarvoor naar mijn amendementen, waar we dat concreet hebben uitgewerkt en aangetoond;
  5. De voertaal is er Turks, wat niet bevorderlijk is voor integratie en bovendien ook een element is dat niet overeenstemt met het Erkenningsdecreet.

Ons lijken dat meer dan voldoende redenen te zijn om een negatief advies te geven over die Erkenningsaanvragen. Wij onderschrijven natuurlijk de godsdienstvrijheid, maar dat is met dit agendapunt ook niet aan de orde. Wat hier wel aan de orde is, is de vraag of wij belastinggeld besteed willen zien aan die twee moskeeën. Meer precies: willen wij belastinggeld toekennen aan politiek-religieuze organisaties die uit zijn op de verspreiding van het islamfundamentalisme in onze gemeente, die daarmee een aantal basisprincipes en waarden van onze samenleving verwerpen en die finaal ook willen verhinderen dat inwoners uit de Turkse diaspora in onze gemeente zich integreren in onze samenleving. Dat is de vraag die we hier moeten beantwoorden.

Als men vindt dat dat allemaal geen probleem is, dan mag men met een gerust hart het voorgelegde voorstel goedkeuren. Wie echter een probleem heeft met de verspreiding van antiwesterse, antifeministische, anti-lgbtq, antisemitische en antisecularistische boodschappen in onze gemeenschap, en vooral met het feit dat we dat dan nog zouden gaan subsidiëren ook, wie een probleem heeft met een militante islam die finaal uit is op de vestiging van de sharia in onze samenleving, die nodig ik uit om onze twee amendementen te steunen."

Cd&v, KR8 en Groen zagen er geen graten in om toch een positief advies te geven voor deze twee fundamentalistische moskeeën. En N-VA had niet de moed om een negatief advies te steunen...

ONTVANG ONZE NIEUWSBRIEF